Kouseband: De topjes en eindjes van de kouseband verwijderen. Deze snijden in stuken van ongeveer 4 cm. De kouseband met koud water schoonmaken.
Taugé: De taugé maak je schoon door de bruine uiteinde en topjes met zaad te verwijderen. Goed afspoelen met koud water en laten uitlekken.
Dagoe blad: Haal de bladeren van de takjes, je mag best wel wat jonge steeltjes aan laten. Was deze goed in koud water. In plaats van Dagoe blad gebruik je verse bladspinazie, hiervan hoef je de steeltjes aan het blad niet te verwijderen
Wittekool: De kool in fijne reepjes snijden, niet te dik en ook niet te dun. Deze daarna ook in koud water schoonmaken.
Zet een pan met ruime hoeveelheid water op vuur en breng deze aan de kook. Doe wat zout bij het kokende water.
Kook dan eerst de kouseband, ongeveer 4 minuten, proef of het beet gaar is, haal het dan uit met een spatel en laat het uitlekken.
Witte kool: Kook de witte kool ongeveer 4 a 5 minuten, proef of het beetgaar is en haal het uit de water en laten uitlekken.
Kook dan de taugé in het zelfde vocht, ongeveer 2 minuten, ook deze uit halen met een spatel en laten uitlekken.
De dagoe blad (of bladspinazie) even blancheren in het kokende water en ook deze mag je even proeven of het beet gaar is.
De pinda saus volgens aanwijzing op de verpakking klaar maken.
Serveer een beetje van alle groenten en doe een laagje pinda saus overheen.
-